Lurken uit de Lek: de kranen van de Hollandse Waterlinies

Een slim systeem van sluizen, kanalen en dijken. Dat bedachten de ingenieurs van het Ministerie van oorlog voor het onder water zetten van land voor de Hollandse waterlinies. Een deel van die ‘kunstwerken’ van vroeger gebruiken we als waterschap nog steeds bij het waterbeheer van nu. Ontdek hoe die ‘kranen’ uit de Lek werken: niet meer om de vijand tegen te houden, maar om het Kromme Rijngebied, de singels en grachten van Utrecht en de Vecht van vers water te voorzien!

Het principe van de waterlinies: land onder water zetten

Om de vijand tegen te houden gebruikten de ingenieurs van de 19e en 20e eeuw inundatie: door land onder te laten lopen tot het water kniehoog stond kon de vijand er niet meer rijden, maar ook niet varen. Om het gebied ten noorden en oosten van Utrecht te inunderen, werd water uit de Lek gebruikt. Water uit de Zuiderzee (het huidige IJsselmeer) kon ook, maar had niet de voorkeur. Het zoute water van de Zuiderzee zou landbouwgebieden voor lange tijd ongeschikt maken. Het watersysteem van de waterlinie werd in de loop van twee eeuwen steeds verder uitgebreid en verbeterd. In het begin van de negentiende eeuw duurde het drie weken voordat het hele gebied rond Utrecht onder water was gezet; vlak voor de Tweede Wereldoorlog was dat terug gebracht tot 48 uur. Zie ook de kaart met inundatieroutes elders op deze pagina.

Oude Sluis in Vreeswijk: eerste inlaatpunt van Lekwater

Bij de start van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in 1815 was de Oude Sluis in Vreeswijk (het huidige Nieuwegein) de enige sluis voor de inlaat van Lekwater. Een voor de hand liggende keuze, want de Oude Sluis fungeerde al sinds 1373 als waterinlaat voor de stad Utrecht.

Oude Sluis in Nieuwegein
De Oude Sluis in Nieuwegein. Fotograaf: Tineke Dijkstra voor projectenboek HWBP 2017

Via de Vaartsche Rijn bereikte het water de stad, en via de Vecht werd het naar de inundatievelden ten noorden van Utrecht geleid. Vanuit de Vaartsche Rijn kon ook het gebied ten oosten daarvan onder water gezet worden. Al snel bleek de Oude Sluis in slechte staat en was een grootschalige verbouwing nodig. De scheepvaart en de inlaat van water moesten tijdens de werkzaamheden echter wel doorgaan. Dus werd een nieuwe sluis naast de Oude Sluis gebouwd. Die kreeg in 1818 meteen ook een rol in de linie, met waaierdeuren om gemakkelijk water in te kunnen laten: de Rijkshulpschutsluis/Inundatiesluis.

Inundatiesluis Honswijk: betere inundatie van Schalkwijk

De Inundatiesluis Honswijk (bij fort Honswijk in Schalkwijk) werd in 1843 gebouwd om het Eiland van Schalkwijk beter te kunnen inunderen. Via het riviertje de Snel en later het Inundatiekanaal stroomde het Lekwater naar de Schalkwijksewetering. Vanuit deze wetering werden de polders ten noorden van die wetering onder water gezet door openingen (coupures) te maken in de noordelijke dijk van de Schalkwijksewetering. Zo kon het water tot in Laagraven (het gebied ten zuiden en zuidoosten van Utrecht) komen.

Kromme Rijn: verkorting van de inundatietijd tot een week

Rond 1860 startte het Ministerie van Oorlog met het geschikter maken van de Kromme Rijn als aanvoerroute van water naar Utrecht. De bochtige rivier werd rechtgetrokken en de ingenieurs ontwierpen een inundatiesluis in Wijk bij Duurstede en twee stuw- en sluiscomplexen in Cothen en Werkhoven. Door deze extra aanvoerroute werd de tijd die nodig was voor inundatie van drie weken teruggebracht naar één.

Inundatiesluis Wijk bij Duurstede
Inundatiesluis Wijk bij Duurstede

Het Ministerie kocht grond langs de Kromme Rijn op en markeerde het nauwkeurig met meer dan 360 hardstenen limiet- of grenspalen. Daarvan zijn er nog enkele bewaard gebleven tussen Werkhoven en Odijk, in Cothen en Wijk bij Duurstede. Ook langs fortgrachten zijn ze te vinden. Bekijk  onze digitale watererfgoedkaart voor een overzicht van deze grenspalen.

Limietpaal van het Ministerie van Oorlog
Limietpaal van het Ministerie van Oorlog, vandaar de O

Nieuwe kanalen en sluizen in de 20e eeuw

Eind 19e eeuw krijgt Vreeswijk er een derde sluis en een nieuw kanaal bij: de Koninginnensluis en het Merwedekanaal. Beide krijgen een rol in de waterlinie. En vlak voor de Tweede Wereldoorlog herhaalt de geschiedenis zich met de aanleg van het Lekkanaal, Amsterdam-Rijnkanaal en de Prinses Beatrixsluis. Dit had grote gevolgen voor het inundatiesysteem van de Hollandse Waterlinies. Het Amsterdam-Rijnkanaal doorkruiste de inundatievelden ten zuiden van Utrecht, die daardoor zouden leeglopen. Om dit te voorkomen werd de Plofsluis gebouwd. Maar de nieuwe kanalen en sluizen boden ook nieuwe mogelijkheden: de Prinses Beatrixsluis, het Lekkanaal (en de Prinses Irenesluis in Wijk bij Duurstede) konden ingezet worden voor een veel snellere inundatie: die tijd werd verkort tot 48 uur. De kazematten langs het Lekkanaal in Nieuwegein van waaruit deze belangrijke inundatieroute verdedigd moest worden zijn hiervan de stille getuigen.

Hoe we als waterschap oude sluizen van de waterlinies nog steeds inzetten

De inundatiesluis in Wijk bij Duurstede, de stuw/sluiscomplexen in Cothen en Werkhoven en de Oude Sluis in Nieuwegein hebben nog steeds een belangrijke rol in het waterbeheer. De stad Utrecht met haar singels en grachten krijgt haar water elke dag via de Kromme Rijn en de Vaartse Rijn. Dat wordt via de sluizen in Wijk bij Duurstede en Nieuwegein ingelaten vanaf de Lek. Er komen nu alleen geen sluismeesters en chefs van inundatiestations meer aan te pas: de inlaten en stuwen in de Kromme Rijn worden op afstand bediend. Gebiedsbeheerder Dennis van de Waardt vertelt erover in de 8e aflevering van de docuserie Langs de Nieuwe Hollandse waterlinies. Ook zijn er vispassages geplaatst, zodat vissen ongehinderd stroomopwaarts kunnen zwemmen.

In Wijk bij Duurstede werken we aan het ontwerp van een extra gemaal, om ook in droge tijden extra water aan te kunnen voeren. Dat doen we natuurlijk met respect voor het Unesco Werelderfgoed van de Hollandse waterlinies.


Kaart uit 1830 van inundatievelden rond Utrecht

Kaart uit ca 1830 van het gedeelte van de Nieuwe Hollandse Waterlinie tussen de Zuiderzee en de Lek, met weergave van de inundatiegebieden en de verdedigingswerken Bron: Het Utrechts Archief

Kaart van waterwerken en inundatieroutes

  • Klik op de druppels voor een foto van het waterwerk
  • De gekleurde lijnen geven de inundatieroutes weer

Meer weten?

Bekijk onze watererfgoedpagina's over de Hollandse waterlinies, de docu's  Langs de Hollandse waterlinies of ga zelf op stap om meer te weten te komen over dit watererfgoed!

De inundatiesluis Honswijk weer beleefbaar?

Met de versterking van de Lekdijk in de tachtiger jaren van de vorige eeuw is de inundatiesluis Honswijk onder de huidige Lekdijk verdwenen. Bekeken wordt of de sluis als onderdeel van dijkversterkingsproject Sterke Lekdijk weer zichtbaar en beleefbaar kan worden.

Het stellen van de inundatie: een militaire operatie

Uit de handgeschreven Instructiën voor de chefs van de inundatiestations en de sluismeester te Wijk bij Duurstede lezen we dat hij de nodige maatregelen moest nemen, namelijk dat:

Onmiddellijk voor den aanvang der inundeering:

  • De inundatiesluis het water keert, zoo mogelijk, met één schuif;
  • De schotbalken van de brug met keering aan het einde der kwelkom zijn gelicht;
  • De schutsluizen te Cothen en te Werkhoven met schotbalken het water keeren, terwijl de deuren open en gestempeld zijn.

Om tot inundeering over te gaan:

  • De inundatiesluis en de schutsluizen geleidelijk geopend worden.

Tijdens en na het stellen der inundatiën:

  • De stand in de kwelkom op 3.50 à 3.60 m +NAP wordt gehouden;
  • De watertoevoer gestaakt wordt na ontvangen bevel daartoe;
  • De sluis bij nadering van de vijand zoveel mogelijk wordt gebracht in den nader te gelasten toestand.
  • Voor de bediening der sluis zal een nadere instructie worden gegeven.