Van afval naar productie?

Gepubliceerd op 22 juni 2017

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden werkt mee aan een landelijke proef waarin onderzocht wordt of de waterschappen waterplanten kunnen oogsten en omzetten in waardevolle bouwstoffen. Op 22 juni bezocht Constantijn Jansen op de Haar, hoogheemraad bij De Stichtse Rijnlanden, de proefinstallatie op de zuivering in Leidsche Rijn. “Ik vind het ongelofelijk mooi dat je van iets lelijks weer iets nuttigs kan maken.” Deze planten, wij noemen ze invasieve exoten, horen eigenlijk niet in deze sloten. Ze groeien zo hard dat ze de oorspronkelijke planten en dieren in de sloot verdringen en de doorstroming van het water belemmeren. Deze week onderzoeken we of ongelijkbladig vederkruid verwerkt kan worden. Deze planten groeien volop in de sloten in Leidsche Rijn. Het onderzoek past in de duurzaamheidsdoelstellingen van het waterschap om toe te groeien naar een circulaire economie.

Waardevolle bestanddelen

De waterschappen in Nederland onderhouden het watersysteem. Zij zorgen voor betrouwbare dijken, schoon en voldoende water. Een belangrijk onderdeel is het maaien van de watergangen, zowel onder water als een deel van de waterkant. De maaisels worden deels afgevoerd en gecomposteerd of blijven achter en vervallen aan de landeigenaar. Deze vorm van onderhoud kost veel geld.

Omdat de maaisels waardevolle bestanddelen bevatten, zoals eiwitten en vezels, zou het winnen en bewerken van de maaisels waardevolle grondstoffen kunnen opleveren, zoals eiwitten en vezels die gebruikt kunnen worden in diervoeding, geotextiel en de papierindustrie. Tevens wordt onderzocht of inkomsten voor deze grondstoffen een reële bijdrage leveren in de kosten van het waterbeheer.

Praktische vragen

In laboratoria en in pilots is gebleken dat het mogelijk is om vezels, eiwitten en andere waardevolle grondstoffen uit gras te winnen, maar zou dat ook kunnen voor maaisels van planten zoals vederkruid, waterpest, fonteinkruid, riet, et cetera? De proef is onderdeel van een meerjarig onderzoek van de Stowa, negen waterschappen en een aantal commerciële partners. Dit jaar zijn er zes praktijkproeven bij verschillende waterschappen. Zo lopen we tegen een aantal praktische vragen aan. Welke waterplant kunnen wij het beste oogsten? Van welke plant hebben we genoeg massa in welke periode? Gaan we voor de maximale productie of krijgen we dan problemen met waterbeheer? Hoe reageert de omgeving als we later maaien dan gebruikelijk? Kan de gemeente Utrecht aanhaken met het maaien in hun stedelijke water? De medewerking van de gemeente en aannemer Agterberg van de maaiboten was essentieel voor het welslagen van deze proef.

De praktijkproef Bioraffinage loopt van 19 tot en met 23 juni, de internationale week van de invasieve exoot. Na de zomer zal de mobiele proefinstallatie nog bij twee andere waterschappen worden opgebouwd. Eind 2017 wordt de eindrapportage verwacht.