Waterschappen reageren op Klimaatsignaal ’21: Aanpassen aan klimaatverandering moet topprioriteit worden nieuwe kabinet

Gepubliceerd op 25 oktober 2021

Uit het Klimaatsignaal van het KNMI blijkt dat klimaatverandering in Nederland sneller gaat dan eerder verwacht en grote effecten gaat hebben. Zo zullen extreme droogte en hoosbuien vaker voorkomen en zal de zeespiegel sneller stijgen. Aanpassen aan klimaatverandering moet daarom prioriteit krijgen bij het nieuwe kabinet volgens de Unie van Waterschappen. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden onderschrijft deze boodschap omdat ook in de regio Utrecht klimaatverandering grote gevolgen kan hebben.

Wat staat er in het klimaatsignaal?

Het KNMI ontwikkelt klimaatscenario’s in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit is een eerste vertaling van de mondiale klimaatprojecties van het IPCC, het klimaatpanel van de VN, naar Nederland. In het klimaatsignaal is te lezen dat de temperatuurstijging van 1,5 graad 10 jaar eerder bereikt wordt dan eerder gedacht. Volgens het KNMI zou dit kunnen leiden tot een zeespiegelstijging tot 1,20m in 2100. Ook wordt verwacht dat langdurige droogte en extreme hoosbuien vaker gaan voorkomen.

Versneld aanpassen

Het Klimaatsignaal ’21 bevestigt wat de waterschappen al in de dagelijkse praktijk merken: Nederland heeft in toenemende mate te maken met extreem weer. Met daarbij Limburg, Noord-Holland en Friesland als meest recente voorbeelden. ‘Extreem weer als daar kan ook in onze regio voorkomen. Daar moeten we ons zo goed mogelijk op voorbereiden. Bijvoorbeeld met klimaatbuffers in de vorm van waterbergingen. We proberen een teveel aan water zo goed mogelijk te bergen of vast te houden, om het daarna geleidelijk af te voeren’, aldus dijkgraaf Jeroen Haan.

Ingrijpende keuzes nodig

Waterschappen spelen een belangrijke rol in het bergen, vasthouden en afvoeren van water. Ook wordt er met initiatieven als de Blauwe Agenda op de Utrechtse Heuvelrug samengewerkt in de regio om perioden van droogte zo goed mogelijk op te vangen. Toch is er meer nodig om Nederland naar de toekomst toe leefbaar te houden. Een nationaal programma voor bodemdaling, een Deltafonds dat meegroeit met de opgaven van vandaag en klimaatbestendig bouwen. Jeroen Haan: ‘Water en bodem moeten leidend worden bij ruimtelijke keuzes. Alleen door nu verstandige keuzes te maken, houden we onze regio leefbaar naar de toekomst toe.’ Meer Rijksregie is daarbij nodig en daarom hoort aanpassen aan het nieuwe klimaat hoog op de agenda bij de kabinetsformatie.

Zoetwatervoorraad onder druk

Met temperatuurstijging en zeespiegelstijging staat daarnaast de beschikbaarheid van zoetwater van West-Nederland onder druk. Bij lage rivierstanden kan het zoute water van de zee verder Nederland indringen. Dit heeft schadelijke gevolgen voor onder andere natuur en landbouw. Haan: ‘De balans is nu niet op orde. Wanneer de vraag naar water het hoogst is, is de beschikbaarheid het laagst. Daarom moeten we goed kijken wat we waar kunnen doen en wanneer. Er is duidelijkheid nodig over wie aan de lat staat voor de waterverdeling.

Verduurzaming in alle lagen

De waterschappen kijken niet alleen naar het Rijk, maar werken ook volop zelf aan verduurzaming om klimaatverandering zoveel mogelijk tegen te gaan. De Stichtse Rijnlanden wil in 2030 energieneutraal zijn. Daarnaast zet het waterschap in op aquathermie (warmte uit afval- en oppervlaktewater) en circulariteit van grondstoffen. En daarbij zoekt het waterschap nadrukkelijk de samenwerking. Haan: ‘Samen met gebiedspartners als de provincie en gemeenten kunnen we echt stappen zetten in het verduurzamen van onze regio. Zodat ook de generaties na ons kunnen wonen en werken in een leefbare omgeving. Dat vraagt ook wat van burgers zelf. Vergroen bijvoorbeeld je tuin of vang regenwater op voor hergebruik. En vraag vooral ook subsidie aan bij het waterschap voor goede ideeën op het gebied van water en klimaat!’


Meer informatie en contact

Voor vragen kunt u contact opnemen met communicatieadviseur Marc Wessels, te bereiken op: 0611614706.