Belastingen
Ieder jaar betaalt u waterschapsbelasting. Met dit geld doet het waterschap belangrijk werk: we zuiveren het afvalwater, onderhouden de dijken en regelen het waterpeil. Het uitvoeren van deze taken kost geld. Het waterschap ontvangt geen geld van het Rijk of andere overheden, maar heft belasting bij de inwoners en bedrijven binnen het werkgebied.

Voor vragen over uw factuur, het veranderen van uw persoonlijke gegevens, het maken van bezwaar of een kwijtscheldingsverzoek, kunt u contact opnemen met de BghU. Deze organisatie int de belasting namens het waterschap. U kunt contact met de BghU opnemen via het telefoonnummer 088 0640200 of via de website van de BghU.
Samen werken aan water
Veilig wonen, werken en recreëren in een laaggelegen land als Nederland lijkt misschien vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Door het veranderende klimaat worden wateropgaven alleen maar groter: droogte houdt langer aan en zware regenval komt vaker voor.
We werken samen met inwoners, bedrijven en medeoverheden aan een klimaatbestendige omgeving. Inwoners kunnen gebruikmaken van de subsidieregeling Blauwe Bewonersinitiatieven. Voor gemeenten is er een stimuleringsregeling voor projecten die onder andere bijdragen aan de waterkwaliteit in stedelijk gebied.
Hier vind je meer informatie over de Blauwe Bewonersinitiatieven.
Hier vind je meer informatie over de Impulsregeling Water in de Leefomgeving.
Vragen over belastingen en tarieven
De waterschappen zorgen voor veilige dijken, voldoende en schoon water en het schoonmaken (zuiveren) van rioolwater. Deze taken kosten geld. Waterschappen krijgen hiervoor geen geld van de Rijksoverheid, maar heffen belasting.
Er zijn drie soorten heffingen die we innen met de waterschapsbelasting:
- Watersysteemheffing: voor waterveiligheid en het beheren van oppervlaktewater. In deze heffing worden vier belastingcategorieën onderscheiden:
- Ingezetenen: alle inwoners van ons gebied.
- Ongebouwd: eigenaren van grond zonder gebouwen, bijvoorbeeld landbouwgrond, wegen of parken.
- Natuur: eigenaren van natuurgebieden
- Gebouwd: eigenaren van woningen en andere gebouwen
Als belastingplichtige kun je in meerdere categorieën worden aangeslagen (zie ook ‘Wat zijn de tarieven voor 2026?’)
- Zuiveringsheffing: voor het zuiveren van afvalwater.
- Verontreinigingsheffing: voor huishoudens en bedrijven die direct op het oppervlaktewater lozen.
De hoogte van de waterschapsbelasting is ook afhankelijk van het gebied van het waterschap: bijvoorbeeld of er veel of weinig dijken zijn, of er veel kwetsbare natuur is of dat er veenweidegebied is.
Het gebied van ons waterschap is relatief dichtbevolkt. Daarom moeten we meer kosten maken voor het zuiveren van afvalwater. Ook liggen er in ons gebied dijken die versterkt worden, zodat midden en west-Nederland ook de komende jaren tegen overstromingen worden beschermd.
De belasting stijgt omdat de kosten voor ons waterschap ook stijgen: ons werk wordt steeds ingewikkelder. Dat komt bijvoorbeeld door weersextremen, zoals zware buien of langdurige droogte.
Ook de eisen aan waterkwaliteit worden steeds hoger. En het waterschap heeft te maken met prijsstijgingen, van bijvoorbeeld grondstoffen en materiaal.
Hoeveel belasting ga ik betalen in 2026?
De tarieven voor 2026 zijn:
- Watersysteemheffing Ingezetenen: € 126,98 per huishouden;
- Watersysteemheffing Ongebouwd: € 120,61 per hectare;
- Watersysteemheffing Natuur: € 5,00 per hectare;
- Watersysteemheffing gebouwd: 0,02261% van de WOZ-waarde voor woningen en 0,02496% van de WOZ-waarde voor niet-woningen;
- Zuiveringsheffing: € 78,48 per vervuilingseenheid;
- Verontreinigingsheffing: € 78,48 per vervuilingseenheid.
Hoeveel belasting je gaat betalen, hangt af van je persoonlijke situatie. Om een inschatting te krijgen, geven we hieronder een aantal rekenvoorbeelden:
De belasting voor huishoudens gaat in 2026 gemiddeld met circa 7,8% omhoog. Hoeveel de verhoging precies is, hangt af van de persoonlijke situatie. Bijvoorbeeld of iemand een woning huurt of in eigendom heeft, of een agrarisch bedrijf heeft. En, in het geval van een eigen woning, is de stijging ook afhankelijk van de ontwikkeling van de individuele WOZ-waarde. In onderstaande tabel staan rekenvoorbeelden met de financiële gevolgen van de tarieven voor de belastingaanslagen in 2026.

*De waarden van de eigen woning en het bedrijf zijn in het rekenvoorbeeld, vanwege een gemiddelde stijging van de waarde van onroerend goed, tussen 2025 en 2026 respectievelijk met 10,8% en 1,4% verhoogd.
De BghU (Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht) verzorgt de inning van de waterschapsbelasting namens het waterschap. De BghU verstuurt de aanslag en behandelen vragen over betaling, bezwaar en kwijtschelding.
Kijk op bghu.nl of bel naar 088 064 0200
In bepaalde gevallen is kwijtschelding van de waterschapsbelasting mogelijk. Dit regel je via de BghU. De BghU beoordeelt of je in aanmerking komt voor kwijtschelding op basis van je financiële situatie.
Voor een gemiddeld huishouden stijgt de belasting in 2026 ongeveer met 8%. De exacte stijging hangt af van je persoonlijke situatie.
Voor het in rekening brengen van de zuiveringsheffing wordt het aantal vervuilingseenheden als basis gebruikt. Je betaalt niet voor het aantal liters water dat je naar het riool afvoert, maar voor het aantal personen dat op jouw adres woont. De Waterschapswet bepaalt dat er alleen een onderscheid wordt gemaakt tussen een eenpersoonshuishouden (dan betaal je één vervuilingseenheid) en een meerpersoonshuishouden, bestaande uit twee of meer personen (dan betaal je drie vervuilingseenheden).
De eigenaar van een koopwoning heeft meer belang bij het werk van het waterschap: het waterschap zorgt ervoor dat zijn eigendom beschermd wordt. Als eigenaar betaal je daarom meer belasting: je betaalt namelijk in de categorie ‘ingezetene’ (als inwoner) en in de categorie ‘gebouwd’ (voor je woning). Een huurder betaalt in dit geval alleen voor de categorie ‘ingezetene’ en niet voor de woning. Alle inwoners van het gebied (eigenaren en huurders) betalen daarnaast de zuiveringsheffing.
Het onderscheid tussen woningen en niet-woningen (bijvoorbeeld bedrijfspanden, ziekenhuizen, parkeergarages, etc.) is nieuw: de wijziging in de Waterschapswet, die vanaf begin van 2026 van kracht is, bepaalt dat het onderscheid gemaakt wordt.
De reden voor dit onderscheid heeft te maken met hoe je belasting betaalt voor je woning of niet-woning: het tarief dat je betaalt wordt gebaseerd op basis van de WOZ-waarde. Eerder betaalden eigenaren van woningen en van niet-woningen hetzelfde tarief. Maar de waarde van woningen is de afgelopen jaren harder gestegen dan de waarde van bedrijfspanden. Hierdoor zijn eigenaren van woningen een steeds groter deel van de kosten gaan betalen, zonder dat daar meer werk van het waterschap tegenover staat. Om te zorgen dat de waterschapslasten voor eigenaren van woningen en van niet-woningen zich gelijkmatiger ontwikkelen, maken we onderscheid tussen woningen en niet-woningen.
Het verschil tussen woningen en niet-woningen is een van de wijzigingen die voortkomen uit de gewijzigde Waterschapswet. Benieuwd naar de andere wetswijzigingen, en wat deze betekenen? Kijk op Aanpassing belastingstelsel - Unie van Waterschappen