Schaarste van warmte of koude: waterenergieplan

Het beheergebied van ons waterschap heeft veel oppervlaktewater. Daarmee is er ook een groot potentieel aan warmte beschikbaar in de vorm van TEO (thermische energie uit oppervlaktewater). Deze beschikbaarheid kan echter sterk verschillen, afhankelijk van waar je bent in het gebied. Wateren met een sterkere stroming, zoals de Kromme Rijn, bevatten in verhouding meer warmte dan wateren die (bijna) stilstaan, zoals het Merwedekanaal in Utrecht. Op de aquathermieviewer kun je zien hoeveel warmte er in potentie beschikbaar is op elke locatie. Dat is echter alleen de puur technisch-fysische potentie, gebaseerd op afmetingen en stromingspatroon van het water. Er is nog geen rekening gehouden met factoren zoals waterkwaliteit en ecologie die de feitelijke beschikbaarheid van warmte beïnvloeden.

Wanneer er veel woningen in de omgeving van een water zijn die warmte nodig hebben, zoals midden in de stad, kan de vraag naar warmte groter zijn dan het aanbod. In dat geval is er sprake van schaarste van warmte (of, als het gaat om koeling, van koude). Dat betekent dat niet zomaar iedereen warmte kan onttrekken zonder af te stemmen met anderen. Om beter te kunnen sturen op wie er waar warmte kan onttrekken en hoeveel, kunnen gemeenten ervoor kiezen om, samen met de waterbeheerder, een waterenergieplan op te stellen. In zo’n waterenergieplan worden de warmte- (of koude-) vraag en aanbod op een rij gezet en worden van tevoren afspraken gemaakt over wie waar hoeveel warmte mag onttrekken. Het waterschap houdt rekening met deze afspraken bij het verstrekken van een vergunning voor TEO.