Vragen over belastingen en tarieven
De belastingen voor huishoudens stijgen omdat de kosten voor het waterbeheer stijgen. Het werk van het waterschap wordt steeds ingewikkelder door bijvoorbeeld extremer weer. We zien steeds vaker heftige buien en ook is het langer en vaker erg droog en heet. Daar moet het waterschap rekening mee houden en op inspelen. We moeten het geheel aan kanalen, sloten en rivieren zo inrichten dat bij hevige regen het water kunnen bergen en vasthouden, zodat er water is in tijden van droogte en watertekort. Dat kost geld.
Ook worden er hogere eisen gesteld aan de waterkwaliteit en het schoonmaken van het afvalwater. Daarnaast heeft het waterschap net zoals iedereen in Nederland te maken met grote prijsstijgingen. Vooral de gestegen energiekosten zijn een grote kostenpost, maar ook prijsstijgingen van grondstoffen en materiaal dat nodig is voor het uitvoeren van ons werk zoals hout en staal en hogere loonkosten.
Een eigenaar heeft meer belang bij het werk van het waterschap, omdat het waterschap er voor zorgt dat zijn eigendom beschermd wordt, zorgt dat er geen schade aan ontstaat. Daarom betaalt de eigenaar hiervoor een extra belasting. De hoogte van deze extra belasting is afhankelijk van de WOZ-waarde van de woning. Huurders betalen deze belasting niet; deze belasting gaat naar de verhuurder.
De hoogte van de waterschapsbelastingen is sterk afhankelijk van het gebied van het waterschap. Is er veel stedelijk of landelijk gebied, zijn er veel of weinig dijken, is er (zakkend) veenweidegebied of veel kwetsbare natuur.
Het gebied van De Stichtse Rijnlanden is in tegenstelling tot waterschappen in het oosten en noorden van Nederland relatief dichtbevolkt. Dat betekent hogere kosten voor het zuiveren van afvalwater van huishoudens en bedrijven. Ook ligt er in ons gebied een grote rivierdijk die aan strenge veiligheidsnormen moet voldoen en de komende jaren wordt versterkt.
Ons huishouden bestaat uit twee personen. Waarom krijg ik een aanslag voor drie vervuilingseenheden?
Voor het schoonmaken van het afvalwater dat huishoudens afvoeren via het riool, betaalt u zuiveringsheffing. De hoogte van deze heffing bepalen we niet aan de hand van het aantal liters water dat iemand afvoert, maar is afhankelijk van het aantal inwoners op het adres. Voor de zuiveringsheffing zijn er twee soorten tarieven mogelijk:
- Een éénpersoonshuishouden krijgt een aanslag voor één vervuilingseenheid.
- Een meerpersoonshuishouden (twee personen of meer) krijgt een aanslag voor drie vervuilingseenheden.
Er is dus geen tarief voor huishoudens die uit twee personen bestaan. De reden dat deze belasting op deze manier wordt berekend, is niet iets dat het waterschap bepaalt. Het is vastgelegd in de Waterschapswet en geldt voor alle waterschappen. Om heel precies te zijn, staat in artikel 122H van deze wet, dat het aantal vervuilingseenheden voor woonruimten drie is, tenzij een woonruimte wordt gebruikt door één persoon.
Het aantal vervuilingseenheden wordt vermenigvuldigd met het tarief voor de zuiveringsheffing. Het tarief van deze belasting stelt het bestuur van het waterschap ieder jaar opnieuw vast en is dit jaar € 63,94 per vervuilingseenheid. Woont u alleen dan betaalt u 1 x dit bedrag. Woont u met twee of meer personen, dan betaalt u 3x het bedrag van € 63,94 (= € 191,82)
Veel gemeenten in ons land bereken de afvalstoffenheffing voor het ophalen van het huisvuil ook op deze manier, dus met een verschillend tarief voor een- en meerpersoonshuishoudens.
Hoeveel belasting u betaalt hangt af van verschillende factoren. Bijvoorbeeld of u een woning huurt of dat u de eigenaar bent van de woning. Of u een (agrarisch) bedrijf hebt, maar ook met hoeveel personen u in een huis woont.
In het rekenvoorbeeld hebben we een aantal voorbeelden uitgewerkt zodat u een beeld krijgt van de hoogte van de belastingaanslag.
De tarieven voor 2023 zijn:
Watersysteemheffing ingezetenen: € 98,99 per woonruimte
Watersysteemheffing ongebouwd overig: € 108,62 per hectare
Watersysteemheffing wegen: € 217,24 per hectare
Watersysteemheffing natuurterreinen: € 6,29 per hectare
Watersysteemheffing gebouwd: 0,02092% van de WOZ-waarde
Zuiveringsheffing: € 63,94 per vervuilingseenheid
Verontreinigingsheffing: € 63,94 per vervuilingseenheid
Waterschapsbelastingen bestaan uit drie soorten belastingen:
- watersysteemheffing: hieruit betaalt het waterschap de kosten van waterveiligheid, voldoende en schoon oppervlaktewater;
- zuiveringsheffing voor de kosten van het schoonmaken (zuiveren) van het afvalwater van huishoudens en bedrijven op de rioolwaterzuiveringen;
- verontreinigingsheffing: dit is een heffing die je betaalt als bedrijf of huishouden als je rechtstreeks op het oppervlaktewater (een sloot, kanaal of rivier) loost; de meeste huishouden lozen hun afvalwater via het riool.
De waterschappen zorgen voor veilige dijken, niet te veel en niet te weinig water, schoon oppervlaktewater en het schoonmaken (zuiveren) van rioolwater. Deze taken kosten geld. Waterschappen krijgen hiervoor geen geld van de Rijksoverheid, maar heffen belasting.