Vraag en antwoord index Weging en analyse
De redeneerlijn buitendijks (rivierwaarts) versterken vraagt om een aanvullende afweging (onderbouwing) voor de definitieve keuze tot buitendijkse (rivierwaartse) dijkversterkingen. Dit in kader van de zorgplicht (Artikel 6.15 Waterbesluit) om zoveel mogelijk rivierbed te behouden. Indien een buitendijkse oplossingsrichting niet anders kan biedt de redeneerlijk ook ruimte aan de beheerder om de negatieve rivierkundige effecten plaats- en tijdsonafhankelijk te compenseren. Om de afweging (onderbouwing) te kunnen maken zijn in de fase van de nota kansrijke oplossingen nu verschillende type oplossingsrichtingen (binnendijks, buitendijks en constructief) nader verkend. In de vervolgfase naar het voorkeursalternatief zullen de buitendijkse (rivierwaartse) versterkingen afgewogen (onderbouwd) worden ten opzichte van de andere oplossingsrichtingen.
- Bij een steil talud ontstaat er bij wateroverslag over de dijk sneller schade (erosie) aan de grasmat van het talud (het water stroomt snel over de grasmat heen), bij een flauwer talud van 1:3 wordt dit minder.
- Bij een talud van 1:3 is de schade aan de berm door overslag (jet-erosie) minder dan bij een steil talud.
- Bij een steil talud is de kans groter dat de dijk bij hoog water door verzadiging van water in de dijk in elkaar zakt en afschuift. Bij een flauwer talud van 1:3 wordt dit risico verkleind.
- Bij een steil talud is het onderhoud lastiger uit te voeren. Een talud van 1:3 is zowel voor het waterschap als de gebruiker (eigenaar of pachter) beter en veiliger te onderhouden zoals maaien.
- De binnendijkse taluds zijn gelegen op het noorden. Een steil talud op het noorden heeft meer schaduwwerking waardoor de erosiebestendigheid van de zode minder is dan bij een flauwer talud.
- De ontwikkelingen binnen de beoordeling op veiligheid steken steeds meer in op het beheer en onderhoud. Om de dijk in de toekomst te laten voldoen aan de eisen en normen is goed beheer en onderhoud noodzakelijk. Een talud van 1:3 geeft meer zekerheid dat aan de normen en eisen kan worden voldaan.
Het is nog niet duidelijk of in dit project overal een talud van 1:3 wordt gerealiseerd.
De maatregel dient wel altijd de waterveiligheid te garanderen. We proberen hiermee zo veel mogelijk andere belangen zoals behoud of verbetering van natuur onderdeel te laten zijn van ontwerpkeuzes. In de Nota Kansrijke Oplossingsrichtingen is deze afweging gedaan bij het opstellen van de denkrichtingen voor kansrijke alternatieven, zie tabblad 9 Vervolgproces nota kansrijke oplossingen. Bij het voorkeursalternatief wordt deze afweging opnieuw gedaan.
Alle woningen op het boerenlint zijn binnen dit criterium van de effectbeoordeling van de oplossingsrichtingen als een cultuurhistorische kwaliteit aangemerkt.
De oplossing met een constructie is onderdeel van de denkrichtingen van kansrijke alternatieven en daarmee een van de mogelijke maatregelen bij het opstellen van het voorkeursalternatief. Er is bij de nota kansrijke oplossingen nog geen besluit genomen om voor een type maatregel te kiezen. Bij het opstellen van het voorkeursalternatief wordt een afweging gemaakt voor het toepassen van een maatregel op basis van de projectdoelstellingen van project SAS. Om aan de projectdoelstellingen te voldoen zal er vermoedelijk een combinatie van maatregelen nodig zijn, waaronder naast constructieve maatregelen ook oplossingen in grond. Er liggen bijvoorbeeld goede synergiekansen bij het toepassen van grondoplossingen.
Kosten alleen zijn niet doorslaggevend. Kosten worden afgewogen tegenover andere projectdoelstellingen zoals de veiligheidsnorm, tevredenheid stakeholders en duurzaamheid. De alternatieven worden in december 2020 en januari 2021 afgewogen tegen alle criteria, waaronder kosten.
Dit proces staat beschreven in de nota kansrijke oplossingsrichtingen tabblad 5 Oplossingsrichtingen. Er is een effectbeoordeling uitgevoerd voor de 8 oplossingsrichtingen. Daaruit zijn uiteindelijk kansrijke oplossingsrichtingen van over gebleven. Uit de kansrijke oplossingsrichtingen zijn drie denkrichtingen voor kansrijke alternatieven opgesteld, waarbij de oplossingsrichting ‘ dijkversterking met ontwikkeling agrarisch landschap en ‘oplossingsrichting dijkversterking met zichtbare geschiedenis (constructie) volledig overeenkomen met de alternatieven. De oplossingsrichtingen ‘partiele dijkversterking en oplossingsrichtingen met ecologisch behoud en met ecologische ontwikkeling ’ zijn opgenomen in het alternatief binnenwaartse versterking met inpassing bebouwing.