Waterschappen reageren op IPCC-rapport: inzoomen op bodemdaling

Gepubliceerd op 30 maart 2022

Onlangs heeft het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, een nieuw rapport gepresenteerd over de effecten van klimaatveranderingen en de mogelijkheden voor aanpassingen. Een belangrijke conclusie is dat er een grens zit aan de maakbaarheid en het kunnen aanpassen aan klimaatverandering.

Hoewel het IPCC-rapport niet letterlijk ingaat op het fenomeen bodemdaling, zijn we wel actief op de reductie van CO₂ middels onze aanpak bodemdaling in het veenweidegebied. Hoe anticiperen wij als waterschap op het remmen van bodemdaling en de reductie van CO₂-uitstoot. En wat betekent dat voor ons werk? In dit artikel zoomen we daar op in.

Grote opgaven

In het veenweidegebied, het westelijke deel van ons werkgebied, speelt een aantal grote opgaven. Door veenoxidatie vindt bodemdaling en CO₂-uitstoot plaats, die door klimaatverandering wordt versterkt. De bodem in de veengebieden daalt en de kosten voor het beheer van het watersysteem en infrastructuur blijven toenemen. Daarom heeft Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden als doel gesteld om samen met partners in het veenweidegebied de bodemdaling met 50% te vertragen en de uitstoot van broeikasgassen uit de Utrechtse veenbodems met ongeveer de helft te verminderen in 2030.

Aanpak bodemdaling niet nieuw

Aanpak van bodemdaling is niet nieuw. Het waterschap werkt al enige jaren samen met agrarische collectieven en boeren aan polderbrede pilots. Bijvoorbeeld door de aanleg van waterinfiltratiesystemen, waarmee de grondwaterstand in droge perioden verhoogd kan worden. Dat zorgt voor minder veenoxidatie en daarmee minder bodemdaling. Wel vragen de doelen uit het Klimaatakkoord en de provinciale Omgevingsvisie dat we een tandje bijzetten.

Uitwerking

Dat doen we via de ‘Regionale Veenweiden Strategie Utrechtse Veenweiden’. Hierin werken we samen met de provincie Utrecht, gemeenten en andere waterschappen. Het algemeen bestuur van het waterschap heeft hier op 9 maart 2022 mee ingestemd. We kiezen voor een aanpak langs drie sporen. Bij de uitwerking gaan we aan de slag met een robuust en klimaatbestendig watersysteem en samenwerking via een integrale, gebiedsgerichte aanpak. Daarnaast is de vergroting van onze kennis in relatie met landelijke onderzoeksprogramma’s een belangrijk spoor. Bij de uitwerking nemen we ook andere opgaven mee, zoals de stikstofproblematiek, de energietransitie, behoud van voldoende water van goede kwaliteit en biodiversiteit.

Nationaal Programma Landelijk Gebied

Ook gaan we meer en meer werken vanuit gebiedsgerichte integrale opgaven, zoals aangegeven in het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Dit programma is vanuit het Rijk opgezet om onze unieke natuur te beschermen, het verlies van biodiversiteit te herstellen en perspectief te bieden aan de agrarische sector.

Gebiedsgericht

Hoogheemraad Bert de Groot: “In de RVS Utrechtse veenweiden ligt een sleutelrol voor landbouw en waterbeheer. We zetten in op een mix van maatregelen die we de komende jaren via gebiedsgericht werken verder invullen. Dat doen we samen met de betrokken agrarische ondernemers en landbouw- en natuurorganisaties. We sluiten aan bij de energie en de initiatieven die er in een gebied al lopen en pakken waar mogelijk en zinvol andere opgaven mee door integraal te werken.”