Een gewijzigde kostentoedeling: wat betekent dat?

Gepubliceerd op 18 oktober 2021

Op 6 oktober heeft het bestuur van het waterschap de zogenaamde kostentoedelingsverordening gewijzigd. Wat betekent dat voor de belastingbetaler? Dat is een technisch verhaal, dat we proberen zo eenvoudig mogelijk uit te leggen.

Belang – betaling – zeggenschap

De kosten die het waterschap maakt voor de uitvoering van zijn taken wordt bijna volledig gedekt uit de belastingopbrengsten. Wanneer een groep belastingplichtigen (bijvoorbeeld eigenaren van gebouwen of grond) een groter belang heeft bij de uitvoering van een waterschapstaak, betaalt die groep een groter deel van de kosten van die taak.

Betalen voor veilige dijken, droge voeten en schoon water

Terug naar de kosten. De kosten van het waterschap kun je grofweg verdelen in kosten voor veilige dijken, droge voeten en schoon water. De kosten voor schoon water worden bijna helemaal betaald uit de zuiveringsheffing: een belasting voor huishoudens en bedrijven die afvalwater afvoeren via het riool.

De kosten voor droge voeten en veilige dijken worden betaald uit de watersysteemheffing. De aanpassing van de kostentoedeling gaat alleen over deze heffing: de watersysteemheffing.

Deze watersysteemheffing kent twee principes

  • Solidariteit: alle huishoudens in ons gebied betalen mee. Dat gebeurt op basis van de inwonerdichtheid van ons beheergebied (41% van de kosten wordt toegerekend aan alle huishoudens);
  • Profijtbeginsel: wie heeft belang bij droge voeten en schoon water en hoe groot is dat belang? Om dat te bepalen kijken we naar de economische waarde van gebouwen en grond (de resterende 59% van de kosten van veilige dijken en droge voeten wordt op deze manier toegerekend).

Omdat de inwonerdichtheid de laatste 2 jaar nauwelijks is veranderd heeft de aanpassing van de kostentoedeling alleen te maken met deze 59%. Deze 59% wordt opgebracht / betaald door drie groepen belastingplichten:

  1. huizenbezitters en eigenaren van gebouwen : was 50,9% en wordt 51,8%
  2. eigenaren van natuurterreinen : blijft 0,1%
  3. eigenaren van grond en wegen : was 8,0% en wordt 7,1%

De afgelopen twee jaren is de waarde van huizen / gebouwen hard gestegen. Hierdoor is het aandeel van deze categorie belanghebbenden gestegen van 50,9% naar 51,8% en worden er meer kosten toegerekend aan deze eigenaren. Omdat de waarde van grond ongeveer gelijk is gebleven daalt dat aandeel met hetzelfde aantal %punten. Het totale aandeel blijft immers 59%.

De 8,0% die wordt toegerekend aan eigenaren van grond en wegen (agrariërs en gemeenten/provincies) daalt tot 7,1%. Omdat het een 0,9%-punt is, betekent dit voor het aandeel een daling van 11,25% en dus een aanzienlijke lastenverlichting.

De eigenaren van gebouwen en woningen gaan meer betalen. Op het totale aandeel van die categorie, dat veel groter is, heeft dit relatief gezien een veel kleiner effect op de totale lasten.


Meer weten?

Meer informatie over waterschapsbelastingen vindt u op de speciale pagina over belastingen.