Het Bellenscherm, een aantrekkelijke ‘geen spijt’ maatregel
Vertegenwoordigers van overheden en organisaties op het gebied van land en tuinbouw, natuurbeheer, recreatie, industrie en scheepvaart zijn het er over eens: ‘de inzet van alle betrokkenen is nodig om de nadelige gevolgen van langdurige droogte ook in de toekomst zo veel mogelijk te beperken'. Dat is een belangrijke conclusie uit de discussie tijdens de conferentie Zoetwater in West Nederland - Opties voor de Toekomst afgelopen vrijdag in Rotterdam. Ook zijn de aanwezigen het er over eens dat we niet na moeten laten om op korte termijn effectieve ‘geen spijt' maatregelen te nemen.
Ruim 50 bestuurders en directieleden van organisaties die belang hebben bij een goede zoetwatervoorziening in West Nederland kwamen afgelopen vrijdag bijeen in het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam. Zij kwamen bijeen om te praten over de verschillende opties die er zijn om de nadelige gevolgen van droogte zo veel mogelijk te beperken. Daarbij zijn technische vragen gesteld als ‘is de plaatsing van een bellenscherm in de nieuwe waterweg een goede manier om verzilting van het oppervlaktewater in delen van West Nederland te voorkomen?'; maar ook vragen over de taakverdeling: ‘tot op welk niveau is de zoetwatervoorziening een taak voor de overheid, en in welke mate zijn drinkwaterbedrijven en agrariërs in staat om in de eigen behoefte te voorzien?'. Met vijf miljoen inwoners, de havens van Rotterdam en Amsterdam, de bollenteelt, de glastuinbouw en prachtige natuur en recreatiegebieden zijn de belangen die spelen bij de zoetwatervoorziening voor West Nederland groot.
De eerste spreker. Vincent Beijk van Rijkswaterstaat betoogt dat de plaatsing van een bellenscherm in de Nieuwe Waterweg zeker zal bijdragen aan de terugdringing van de verzilting in West Nederland, maar dat er geen wonderen van verwacht moeten worden. De discussie kent een duidelijke conclusie: ‘als het bellenscherm een goede bijdrage levert aan het terugdringen van de verzilting dan moeten we het gewoon doen'.
De tweede spreker, Lodewijk Stuyt van onderzoeksbureau Alterra van Wageningen Universiteit en Research Centrum, heeft in zijn onderzoek gekeken naar de normen die waterbeheerders hanteren als het gaat om het zoutgehalte van het water. Daar vond hij flinke verschillen. Stuyt:‘veel van die normen zijn gewoon door de jaren heen tot stand gekomen'. De normen die worden gehanteerd zijn in sommige gevallen te streng. Dat biedt volgens Stuyt handelingsruimte aan waterbeheerders. Of we die ruimte in de praktijk ook kunnen benutten, is voor sommige aanwezigen de vraag. Een vertegenwoordiger van een organisatie op het gebied van Natuur en Milieu zegt het zo: ‘een snoek kan zich niet aanpassen'.
De laatste spreker is Peter Bontekoe, kweker uit Boskoop. Hij spant zich samen met zijn collega's in om in de eigen waterbehoefte te voorzien. ‘En daar zijn grote economische belangen mee gemoeid' benadrukt Bontekoe. De discussie die volgt is levendig. ‘Is het denkbaar dat de kwekers rond Boskoop bij droogte helemaal in de eigen waterbehoefte voorzien?' Daar zijn de meningen over verdeeld. ‘Als dat niet kan, is het dan denkbaar om het water ergens ander vandaan te halen? En zo ja, wie staat daar dan voor aan de lat?' Duidelijk is dat het laatste woord nog niet gevallen is als het gaat om zoetwater in West Nederland. Die conclusie komt ook naar voren in de afsluitende woorden van Patrick Poelmann, de voorzitter van het Platform Zoetwater West Nederland. Hij benadrukt ‘we moeten het samen doen, en als er nu al oplossingen zijn waar we geen spijt van krijgen, zoals bijvoorbeeld het bellenscherm in de Nieuwe Waterweg, dan moeten we daar voor gaan!'.
De conferentie Zoetwatervoorziening - Opties voor de Toekomstvrijdag in Rotterdam, is georganiseerd door het Platform Zoetwater West Nederland, om een goed beeld te krijgen van de visie van watergebruikers op de toekomstige Zoetwatervoorziening. Het Platform Zoetwater West Nederland, bestaand uit zes waterschappen en vier provincies in het Westen en Midden van het land, behartigt het belang van de regio bij het deelprogramma Zoetwater van het Deltaprogramma. Het Deltaprogramma is opgezet om de Deltabeslissing voor te bereiden. De Deltabeslissing wordt in 2014 door de regering genomen en is voor een belangrijk deel bepalend voor de toekomstige zoetwatervoorziening van West - en Midden Nederland.