Aanleg en onderhoud van oever

Oevers hebben onderhoud nodig om de wateraan- en afvoer te kunnen garanderen. Dat geldt ook voor natuurvriendelijke oevers. Daarom maait het waterschap deze oevers. Indien nodig worden boompjes verwijderd. Per maaibeurt blijft er vaak een deel van de oever- en waterplanten staan. Het maaisel wordt bijna altijd afgevoerd, waardoor de oever minder voedselrijk wordt. Hier profiteren zeldzamere en karakteristieke oeverplanten van.

Vormen van oeverinrichting

De functie van een oever kan divers zijn, afhankelijk van de samenhang tussen water en land. Er zijn drie vormen van oeverinrichting:

Traditioneel ingerichte oever

Alle vormen van inrichting waarbij niet expliciet rekening is gehouden met de ecologische functie van de watergang. Veelal worden harde materialen gebruikt (b.v. hout, beton en kunststof etc.) om de oever tegen afkalving te beschermen. Daardoor is er een abrupte oevergang van water en land.

Een groot aantal oevers is het verleden op deze wijze ingericht. Bijvoorbeeld omdat er scheepvaart is, zoals op de Oude en Leidsche Rijn. Of er is geen ruimte vanwege bebouwing en wegen.

Natuurvriendelijke oevers

Alle vormen waarbij wel rekening is gehouden met de ecologische functie van de watergang. Veelal is bij dit type inrichting het gebruik van harde materialen boven de waterlijn beperkt. Een abrupte overgang van water en land wordt zoveel mogelijk vermeden. Afhankelijk van het talud en de beschikbare ruimte zijn er mogelijkheden voor ontwikkeling van dieren en planten.

Daar waar dit mogelijk is zorgt het waterschap voor een vloeiende overgang van land naar water. Het waterschap houdt daarbij rekening met de plannen die er vanuit andere overheden, o.a. vanuit de EHS, zijn. Zo ontstaan natuurvriendelijke oevers, waar allerlei planten en dieren in kunnen leven.

Ook legt het waterschap op de grens van land en water moerasachtige stroken aan, de zogeheten plasbermen.

Vaak worden deze oevers aangelegd in combinatie met kadeverbeteringen. Zo snijdt het mes aan twee kanten: de kades worden beschermd tegen afslag door golfslag en wind en er onstaat een vloeiende overgang van land naar water.

Natuurlijke oevers

Hiermee worden bedoeld alle vormen anders dan hiervoor genoemd. Natuurlijke oevers hebben geen beschoeiing. Ze zijn niet speciaal ingericht voor planten en dieren die in het water leven. Voorbeelden zijn oevers langs agrarische percelen, steil en begroeid met kort gras, veeal met een helling van 1:1.

Qua inrichting wordt bij deze oevers geen extra aandacht aan ecologische aspecten besteed. Toch kunnen ze wel degelijk een natuurlijke functie hebben.


Ecologische hoofdstructuur

Door het vaststellen van de Ecologische Hoofdstructuur door de Rijksoverheid en de provinciale-EHS door de provincies (voor ons zijn dat Utrecht en Zuid-Holland), is de term ecologische verbindingszone geïntroduceerd. Hiermee wordt bedoeld het aan elkaar koppelen van natuurgebieden zodat dieren zich van het ene gebied naar het andere gebied kunnen verplaatsen. Veel van deze verbindingszones lopen langs of hebben een directe relatie met watergangen. Het waterschap wil het beheer en onderhoud van de oevers meer afstemmen op dit landelijk en provinciaal beleid.